Als moeder van drie dochters vind ik Moederdag schitterend. Als dochter van een dode moeder is het nog altijd een hel. Het is iets wat ook vaak terugkomt in rouwboeken. Net als alle ‘eerste keren’. Het heeft lang geduurd voor ik mezelf ertoe kon zetten om zelf een boek te lezen over iemand die een dierbare verloren was. Pas toen het plan voor De hand van mijn moeder begon te rijpen, kon ik me ertoe zetten te kijken hoe anderen dat deden: schrijven over hun verdriet. Ik zet een paar boeken op een rijtje die me geraakt hebben of waar ik iets aan gehad heb.
- Je bent jong en je rouwt wat – Lisanne van Sadelhoff

Dit boek leunt het dichtst bij mijn eigen verhaal aan. Lisanne verloor haar moeder ook aan kanker. Alleen was ze veel jonger dan ik toen dat gebeurde. Net als ik konden haar tenen ook gaan krullen van de goedbedoelde clichés als ‘Koester de mooie herinneringen’ of – godbetert – ‘Sterkte’. Op andere dagen haalde ze dan net weer troost uit die opmerkingen. Ze vertelt haar verhaal – en dat van haar moeder – heel open en eerlijk, zonder sentimenteel te worden. Sommige dingen waren heel herkenbaar, andere dan weer helemaal niet. Het is zoals ze het zelf met één van die eeuwige wijsheden zegt: “Elk rouwproces is uniek”. Het was dit boek dat me voor het eerst deed nadenken over de vorm waarin ik mijn eigen verhaal wilde gieten. Uiteindelijk is De hand van mijn moeder toch helemaal anders geworden.
Je bent jong en je rouwt wat | Lisanne van Sadelhoff | Uitg. Das Mag (2020) | 319 pp.
- Verdriet is het ding met veren – Max Porter

Twee jongens in Londen worden overspoeld door verdriet als hun moeder sterft. Hun vader – biograaf van de dichter Ted Hughes – weet niet hoe hij met dat verdriet – en bij uitbreiding zijn eigen onmacht – moet omgaan. Op een dag komt Kraai de leegte opvullen. Hij zal blijven ‘zolang dat nodig is’. Hij begeleidt de achterblijvers in het omgaan met hun verdriet.
In mijn hoofd is dit nog altijd het eerste boek dat ik na ma’s dood gelezen heb over doodgaan. Dat komt waarschijnlijk omdat het zo is blijven hangen. De opbouw en de taal zijn heel literair en je moet best wel veel tussen de regels lezen of achter de symboliek gaan zoeken. Toch heb ik het boek in één avond uitgelezen en er de rest van het weekend mee in mijn hoofd rondgelopen. Ik kocht het in Maastricht. Het reisje en het boek kregen uiteindelijk zelfs een plekje in De hand van mijn moeder.
- Hoelang gaat papa nog gestorven zijn? – Hannelore Bedert

Hannelore Bedert verloor in 2019 totaal onverwacht haar man Stijn. Over haar rouwproces schreef ze jarenlang een wekelijkse column in Libelle. Een selectie uit die stukjes bundelde ze in Hoelang gaat papa nog gestorven zijn. Het verhaal van Hannelore is helemaal anders dan het mijne, maar toch vond ik veel raakvlakken. Rouwen is geen grootse gebeurtenis. Het zit hem vooral in de kleine, dagelijkse dingen. Een vraag, een herinnering, een gedachte die je plotseling tackelen. Maar ook in mooie dingen, zoals een klein gebaar van een vriendin, een begripvolle knipoog of toch die mooie herinneringen die je doen glimlachen. Ook al noemde ik ze twee alinea’s geleden nog een cliché.
De prachtige illustraties van Randall Casaer overtuigden mij ervan dat ik mijn boek ook wou laten illustreren. Wat is Ilse er goed in geslaagd precies dat op papier te zetten dat ik wilde verwoorden.
- Je mag mij altijd bellen – Karin Kuiper

Door dit boekje ging ik heel hard beseffen dat het echt wel waar is: elk rouwproces is anders. Karin Kuiper verloor haar man Karel Glastra van Loon (auteur van het wondermooie boek De passievrucht) aan een hersentumor. In je mag mij altijd bellen beschrijft ze de eerste 1001 dagen na zijn dood. Hij rouwproces was helemaal anders dan het mijne. Ik zou het boekje aan iedereen aanraden die iemand kent die ook een partner verloren is. Ik haalde er alleszins veel nieuwe inzichten uit en vooral tips om met die mensen te praten.
Je mag mij altijd bellen | Karin Kuiper | Uitg. Lannoo (2020) | 207 pp.
- Het uur blauw – Johan Terryn

De hand van mijn moeder was af toen ik naar de voorstelling van Johan Terryn ging kijken. Hij verloor zijn vader tijdens de eerste coronalockdown. Daar maakte hij een podcast over, samen met twaalf lotgevallen. De interviews die hij afnam zijn intiemen treffend. Elk verhaal is anders. Het boek wisselt stukjes van Johan af met fragmenten uit de podcast. Een mooie puzzel met veel verschillende stemmen.
De voorstelling greep me enorm naar de keel. Zo erg zelfs dat ik het boek meteen gekocht heb en de voorstelling ondertussen al twee keer gezien heb.
Het uur blauw | Johan Terryn | Uitg. Lannoo (2021) | 175 pp. | Geïllustreerd door Randall Casaer
Er zijn nog veel meer boeken die ik hier zou kunnen noemen. Vaak gaat het over fictie waarin verlies op een warme manier verwerkt is. Ik heb gehuild bij Films die nergens draaien (Yorick Goldewijk), kreeg kippenvel tijdens het lezen van Bart Moeyaerts dichtbundel Helium en kwam mezelf tegen bij Chemodag is de beste dag van de week (Liesbeth Van Impe).
Ik kan alleen maar hopen dat De hand van mijn moeder bij jullie ook even blijft hangen.
Aan alle mama’s (in alle soorten) een fijne moederdag gewenst.
Aan iedereen voor wie moederdag – om welke reden dan ook – geen fijne dag is: ik denk aan jullie.