Een uitgelezen februari

Een nieuwe maand, een nieuwe terugblik. In februari heb ik vooral veel geschreven. Mijn manuscript is weg op zoek naar een uitgever. Hoe zot is dat. Nu is het dus zenuwachtig afwachten. Ondertussen las ik weer een gevarieerde boekenstapel.

Het is hier helemaal (niet) perfect – Carlie Van Tongeren (uitg. Blossom Books)

Een mooi reisverhaal waarin het hoofdpersonage met zichzelf in het reine komt. Hoe belangrijk zijn likes en followers? Durven we nog onszelf te zijn, zeker op de social media? Deze vragen gecombineerd met een oosters reisverslag en een vleugje romantiek zullen bij veel jongeren in de smaak vallen.

Hex – Thomas Olde Heuvelt (uitg. Luitingh-Sijthoff)

Ik grijp niet snel naar magie en horror, maar na Echo durfde ik deze wel aan te dragen voor de thrillerclub. En ik heb ervan genoten. Hoewel de Wylerheks voor de nodige bovennatuurlijke elementen zorgt, komt dit verhaal heel realistisch over. Het zorgde voor de nodige gespreksstof tijdens de leesclub. Blijkbaar had ik wel het boek met het mooiste (lees: herwerkte) einde gelezen.

Films die nergens draaien – Yorick Goldewijk en Yvonne Lacet (ill.) (uitg. Ploegsma)

Ik heb mezelf voorgenomen de longlist van de Boon voor jeugdliteratuur te lezen en dit was een van de genomineerden. Hij haalde zelfs de shortlist en hoe terecht is dat! Lang gelezen dat ik nog eens zat te lezen met tranen in mijn ogen. Yorrick Goldewijk kreeg mij zover.

De eik was hier – Bibi Dumon Tak en Marije Tolman (ill.) (uitg. Querido)

Nog eentje van op de longlist. Het boek werd geschreven in het kader van de maand van de filosofie. De eik weet inderdaad te filosoferen op kindermaat. Mooie dialogen tussen de gaai en de eik, een wortelkoor dat achtergrondinformatie verschaft (in rijmvorm dan nog wel) en een vleugje geschiedenis door het verhaal heen geweven. Een boek om bij een heleboel dingen even stil te staan.

Een lied voor duistere tijden – Ian Rankin (uitg. The House of Books)

Voor mij was dit een eerste kennismaking met John Rebus. Hoewel ik nog niets uit deze reeks las, had ik niet het gevoel dat ik iets miste. Perfect afzonderlijk te lezen dus. Een uitgebreide recensie lees je op Hebban, maar ik kan nu al verklappen dat ik niet omvergeblazen was. Gelukkig maakte de stroomversnelling op het einde nog een en ander goed.

Kindertijd – Tove Ditlevsen (uitg. Das Mag)

Voor de Leesjury las ik het eerste deel van de autobiografie van Ditlevsen. Een somber boek, maar geschreven in een prachtige poëtische taal. Niet alle leesjuryleden waren even enthousiast en daar kan ik wel inkomen. Het vraagt wat inspanning van de (jeugdige) lezer om erin te komen en vol te houden.

Bethany en het beest – Jack Meggitt-Phillips en Isabelle Follath (ill.) (uitg. Querido)

Veel kinder- en jeugdboeken in februari, ter voorbereiding van de Jeugdboekenmaand. In Bethany en het beest combineert Jack Meggitt-Phillips humor, avontuur en zelfs een vleugje horror in een verhaal over hebzucht, egoïsme, vriendschap en vertrouwen.

Varkensribben – Amarylis De Gryse (uitg. Prometheus)

Het tweede boek dat we deze maand met de Leesjury lazen was niet veel vrolijker dan het eerste. Hoofdpersonage Marieke legt een lange weg af vooraleer ze zichzelf niet meer wegcijfert. Sterke uitwerking van de personages, veel symboliek en een hoopvol einde lieten het boek bij mij nog even nazinderen.

Brandoffer – M.W. Craven (uitg. Luitingh-Sijthoff)

De moorden waren origineel en de personages verrassend, maar voor de rest was dit een standaard politiethriller. Voor de aandachtige lezer wordt op tijd en stond al een tipje van de sluier gelicht en het is altijd leuk als op het einde alle puzzelstukjes in elkaar passen. Ik ben benieuwd wat Washington Poe en Tilly Bradshaw nog meer te bieden hebben.

Boek van februari

Als ik er mijn topper van de maand moet uitkiezen, dan ga ik zonder twijfel voor Films die nergens draaien. Voor het avontuur, het mysterie, de dubbele bodem en vooral mijn traantjes op het einde.

Suggesties voor mijn leeslijst van maart zijn altijd welkom.