In de leesclub zouden we vanavond normaal gezien ‘Wij zijn de wrekers over dit alles’ van Conny Braam bespreken. Het C-woord besliste er anders over. Uitstel is geen afstel, dus in januari krijg ik toch nog te horen wat iedereen ervan vond. Ik kan alvast beginnen met mijn eigen leeservaring.
Het leuke aan een leesclub voorbereiden is dat je op zoek gaat naar het verhaal achter het verhaal. Conny Braam was voor mij een nog onbekende schrijfster. Een beetje googelen leerde me dat zij Zuid-Afrika een heel warm hart toedraagt en dat ze een fervente anti-apartheidsactiviste is. Geen wonder dus dat het racisme in Afrika in de meeste van haar boeken een belangrijke rol speelt. Dat is zeker het geval in Wij zijn de wrekers over dit alles.
Het verhaal belicht een stukje geschiedenis waarover ik wel al vaag iets gehoord had, maar nooit diep op ingegaan was: het lot van Afrikaanse soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Jakob Witbooi wordt samen met zijn makkers van het Cape Corps krijgsgevangen gemaakt. Een aaneenschakeling van gevangenenkampen en hachelijke reizen ernaartoe is wat volgt. Elk volgende kamp is iets gruwelijker dan het vorige, tot ze uiteindelijk in Auschwitz III belanden en ze de ultieme gruwel van de oorlog van heel dichtbij meemaken.
Ik moet eerlijk toegeven dat het mij even duurde voor ik in het verhaal kwam. Cape corps, native corps, boeren, hottentotten… en een veelheid aan personages maakten het niet gemakkelijk. Mijn eerste gedachte was: ik ga dat hier nooit snappen zonder eerst wat achtergrondinformatie op te zoeken. Gelukkig zorgt Conny Braam gaandeweg zelf voor de nodige duiding door de achtergrond van haar personages te schetsen tegen de historische achtergrond van Zuid-Afrika. Hoe meer het verhaal vordert en hoe beter je de verstandhouding tussen de groepen in kaart krijgt, hoe pakkender het verhaal wordt.
Wij zijn de wrekers over dit alles is een verhaal over racisme in al zijn facetten. Wie Tweede Wereldoorlog zegt, zegt nazisme en daarmee is al een grote pot racisme gedekt. Daarnaast is er echter ook de manier waarop de blanke officieren – zelfs als ze aan dezelfde kant vechten – neerkijken op hun niet-blanke medesoldaten. Er zijn ook de rassengeschillen binnen de gekleurde groepen. Er zijn kleurlingen, zwarten, arabieren… en die verhouden zich allemaal op een andere manier tot elkaar. Toch geeft het boek ook hoop. Hoe verder de oorlog vordert en hoe meer tijd de Afrikanen samen doorbrengen, hoe kleiner de kloof wordt. Ze gaan samenwerken om te overleven, zelfs soms met blanke Zuid-Afrikanen.
Braam voert heel veel personages op. In het begin is het niet gemakkelijk ze allemaal een plaats te geven. Gelukkig weet ze er enkele uit te pikken die ze voldoende inkleurt, zodat ze mensen van vlees en bloed worden. De oorlog en het krijgsgevangenschap worden door hun ogen echt voelbaar. Ze zorgen ervoor dat je de stank van de latrines ruikt tijdens het lezen, dat je de blaren op de voeten voelt en de heimwee je hart breekt. Je gaat mee hopen op een goede afloop, ook al weet je als lezer dat die nog niet meteen in het verschiet ligt. Hoe verder het verhaal vordert, hoe beter de ontberingen voelbaar worden, hoe dichterbij de oorlog komt en hoe gemakkelijker het dan ook wordt om je in te leven.
Het boek leerde me veel over de geschiedenis van zuidwest Afrika, ook voor de Tweede Wereldoorlog. Het opende mijn ogen over het feit dat over de Afrikaanse soldaten heel weinig verteld wordt in de geschiedenisboeken. Toen ik foto’s opzocht voor mijn PowerPoint, kwam ik bijna geen enkele gekleurde soldaat tegen als ik zocht op de kampen waar ze verbleven. Ik leerde ook dat het soms de moeite loont een boek niet meteen weg te leggen, zelfs als je denkt dat het niets voor jou zal zijn. Het is zoals de Afrikanen in het boek: het loont de moeite om vol te houden.
Wij zijn de wrekers over dit alles | Conny Braam | Uitg. Atlas Contact (2020) | 382 pg.
Met dank aan de uitgeverij voor het recensie-exemplaar.