De kracht van de proloog
Stapje voor stapje durf ik me al eens aan een horrorverhaal te wagen. Eerlijk gezegd heeft mijn hoofd het nog altijd een beetje moeilijk om de werkelijkheid los te laten. Een goed horrorverhaal doet je dat echter helemaal vergeten. Dat hoopte ik dus te vinden in Echo van Thomas Olde Heuvelt.
Na twee bladzijden zat ik er al helemaal in. Het boek begint met een bloedstollende proloog. Zo erg zelfs, dat je met een verweesd gevoel achterblijft als je het eigenlijke verhaal begint te lezen. Je bent nog niet helemaal bekomen als de volgende zin je pad kruist: “De bergen hadden Nicks gezicht eraf gebeten”. Geef toe: qua beeldspraak komt die wel binnen. De toon is gezet.
Om de bergen én Nick is het hele verhaal te doen. Na een klimongeluk is het gezicht van Nick Grevers verminkt. Dat is niet alles. Achter zijn verband lijkt een vreemde kracht te woelen en te wroeten om vrij te komen. Wie te dicht in de buurt komt, moet er op de een of ander manier aan geloven. De enige die dit niet wil of kan zien is zijn vriend Sam Avery. Deze down-to-earth New Yorker wordt zwaar op de proef gesteld. Toch lijkt de liefde te overwinnen. Of niet?
Heel knap is de opbouw van het verhaal. Elk hoofdstuk (of moet ik over ‘elk deel’ spreken?) krijgt als titel de verwijzing naar een griezelverhaal. Thomas Olde Heuvelt laat het daar niet bij, maar koppelt ook werkelijk een fragment uit elk van die boeken aan zijn eigen verhaal. Daar moet heel wat research of een berg aan parate kennis aan voorafgegaan zijn. Het is ongelooflijk hoe die fragmenten ook werkelijk binnen de context passen. Afwisselend lezen we vanuit het perspectief van Sam en Nick. Hier en daar komt nog een ander ‘verslag’ het verhaal versterken.
Omdat ik zelf niet zoveel met bergen en klimmen opheb, waren sommige hoofdstukken vanuit het perspectief van Nick – en dan heb ik het over de beschrijvingen van het bergbeklimmen zelf – voor mij iets lastiger vol te houden. Ergens halverwege het verhaal had ik het bijna opgegeven. Maar ja, er was die proloog die door mijn hoofd bleef echoën. En dus las ik door. Ben ik even blij dat ik dat gedaan heb. Nog nooit heeft eerder heeft een proloog me zo nieuwsgierig gemaakt én me zo op mijn wenken bediend. Plots kreeg het verhaal zoveel vaart en zoveel spanning dat ik letterlijk bleef doorlezen tot mijn ogen dichtvielen.
Wat me vooral charmeerde was eerst en vooral dat de auteur ervoor zorgde dat die onwerkelijke dingen, die fantasy-elementen mij helemaal niet meer stoorden. Ik kon me er helemaal bij neerleggen. Ze hoorden bij het verhaal, maakten het verhaal en kwamen niet over alsof ze er louter voor de spanning bij gesleurd waren. Bovendien werden ze zo prachtig beschreven dat je ze bijna voor waar zou nemen. Ik vind het heel knap hoe Thomas Olde Heuvelt bepaalde krachten en gevoelens weet te beschrijven.
Over schrijfstijl gesproken. Die was toch wel apart. Sam Avery is een Amerikaan en dat heeft Olde Heuvelt heel knap weten te schetsen door het taalgebruik van Sam. Dat is doorspekt met Engelse termen, zonder dat het storend overkomt. Wat me wel een beetje stoorde, was de manier waarop Sam over zichzelf spreekt. In eenzelfde zin spreekt hij over zichzelf in de ik- en in de jij-vorm. Je begint me al een beetje te kennen: de leerkracht in mij krult haar tenen. Als je daar even voorbij kijkt, is de stijl van zowel Sam als Nick heel vanzelfsprekend. Dat schept op een bepaalde manier een heel vertrouwelijke sfeer tussen de lezer en de verteller(s). Ook dat bewijst het talent van de schrijver.
Na mijn ontgoocheling bij het lezen van De denkbeeldige vriend was Echo dus een echte goedmaker. Ook Hex staat op mijn e-reader en die is nu wel heel hoog op mijn TBR-lijstje geklommen.
Echo | Thomas Olde Heuvelt | Uitg. Luitingh-Sijthoff (2019) | 445 pg.
Bekijk dit boek op bol.com
Een gedachte over “Echo – Thomas Olde Heuvelt”